In 2014 trad Jan Verhoeff (65) aan als secretaris van de BKU. Hij was toen nog een bankman. Jan was de Rabobank op Urk. De bank is niet meer. Jan is al jaren geen Rabobank meer. En Jan is ook geen BKU meer, tenminste niet als bestuurslid. We blikken terug op 7 jaar als BKU-secretaris.
Secretaris zijn van de BK U houdt in dat je deel uitmaakt van het dagelijks bestuur. Je moet wat vaker opdraven dan een gemiddeld bestuurslid. Uitvoerend heeft het eigenlijk niet zoveel voeten in de aarde, want al het werk wordt door de manager van de vereniging gedaan. Het houdt wel in dat je overal aanschuift waar belangrijke zaken besproken worden. Met een gemeente of provincie. Daarnaast werd Jan ook afgevaardigde naar het bestuur van Stichting Urk Promotie. Dat begon allemaal in 2014, toen we Jan ook interviewden voor ons magazine. Leuk om een aantal uitspraken nog eens terug te halen. Jan was 58 en toen nog steeds werkzaam voor de Rabobank op Urk.
Ik ben werknemer, maar toch is de bank op Urk wel ‘mijn bank’. Je mag mijn naam rustig aan de gevel hangen.
“Ja, alles is nu weg. Het is helemaal ontmanteld en dat vervulde me wel met weemoed. Uiteindelijk heb ik er bijna mijn hele arbeidzame leven doorgebracht. Ik vertel het nog wel eens, dat ik daar net weg ging voor de reorganisaties, toen we nog met 300 man zaten in Urk en Noordoostpolder. Nu zijn het er nog maar 2. Het gebouw staat op beeldbepalende locatie. We wilden er destijds achter al grond bij kopen maar dat kon toen niet vanwege ‘Masterplan’, dat nu weer afgestoft is.”
“Als ik wethouder zou zijn, dan zou ik er eerst een winkelverzamelgebouw van maken met diverse winkels. Of eerst nog verhuren aan jonge ZZP-ers die een mooie kantoorplek zoeken. Daar is het ook een mooie locatie voor. Als het aan mij ligt staat er over 10 jaar niets meer, dan is het een grote open ruimte met aan beide zijden winkels. Of het gebied aan laten sluiten op het haventerrein, met aan beide kanten van de Klifweg winkelruimte waar je rustig doorheen kunt lopen. In ieder geval moet het een mooi winkelcentrum worden, want rondom de haven is toch waar het te doen is. Daarom koos de Rabobank destijds ook voor die locatie en niet voor Urkerhard.”
Ik ben nu op een punt in mijn leven beland, waarin je opnieuw gaat nadenken over wat je nog wilt.
“Ik heb mijn droom waargemaakt, absoluut. Wat ik graag wilde heb ik invulling aan kunnen geven. Ik ben in de coaching wereld terecht gekomen na de Rabobank. Ik begon wel eerst in de WW, maar na een gesprek met Teun Visser van de visafslag kreeg ik mijn eerste klusje en van het ene klusje kwam het andere en dan komen de grotere klussen ook op je pad.
Zo werd ik in eerste instantie als vrijwilliger gevraagd voor de werkgroep ‘75 jaar Vrijheid’, maar ik kwam om tafel met de betaalde krachten rond het museum en de gemeente. Ik zat er vrijwillig en die vergaderingen liepen wel lekker vlot onder mijn voorzitterschap. Er kwam toen een vacature voor het museum en zo kwamen we in gesprek. Ik kreeg de opdracht om structuur in het vrijwilligersteam aan te brengen en langzamerhand kwamen er ook projecten die we met elkaar gingen ontwikkelen. Of dat wat met coaching te maken heeft? Jazeker! Die vrijwilligers waren los zand en daar moest een team van gemaakt worden. Ik doe dat nu 24 uur in de week, waardoor ik mijn flexibiliteit hou om andere dingen er naast te doen.
Jan omschrijft SUP als een groep gemotiveerde vrijwilligers, die door enthousiasme en betrokkenheid veel goed werk doen voor Urk.
“Dat is nog leuker en beter geworden. Ik was namens de BKU een van de bestuursleden. Binnen een jaar vertrokken er diverse bestuursleden en werd ik vrij snel voorzitter van SUP. Vooral onze verstandhouding met de gemeente is heel erg veranderd. We waren het sluitstuk van de begroting en tellen nu mee als een volwaardige partner. Voorheen ging het alleen maar over dat wat niet goed ging en wat er niet klopte. Dat was niet mijn manier van besturen. Ik ben op zoek gegaan naar hoe we konden samenwerken en dat werkte wel. Met Lideweij van Eldik kwam er ook een goede ambtenaar te zitten waar we een fijne relatie mee op konden bouwen. Dan is het ook leuk om het aan te sturen, want dan zie je het in beweging komen.
We verhuisden met van het museum naar de haven. Het is een prachtig pand geworden. Er is veel meer aanloop voor toerisme, vanaf de bootjes en het parkeerterrein. Een prachtig locatie voor heel Urk. Het is niet groot, we hadden de ruimte voor de douches en wc’s er wel bij kunnen hebben, maar we doen het er gewoon mee.”
Je bent als BKU geen politieke partij. Je benoemt zaken en laat vervolgens anderen daar ook wat van vinden, maar legt de verantwoordelijkheid daar waar die thuis hoort.
“Daar ben ik wel wat genuanceerder over gaan denken. De laatste jaren heb ik gemerkt dat we veel meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. Omdat je dat hebt trek je ook veel meer samen op. Je krijgt nu eerder een uitnodiging om eens te komen sparren met de gemeente. Zo zijn we bij veel zaken betrokken geweest die nu ontwikkeld worden, neem de buitendijkse haven, de Zeeheldenwijk, het nieuwe binnendijkse bedrijventerrein, beleid rond de winkelcentra. Ik denk dat we veel meer een sparringpartner zijn geworden dan alleen een gesprekspartner.”
De organisatie van de BKU zit goed in elkaar en kan overal haar stem laten horen. De BKU speelt ook vaak een sleutelrol, als het gaat om bijzondere initiatieven binnen het bedrijfsleven. Zoals Urk Maritime en de buitendijkse haven. Dat geeft energie aan de mensen.
“Ik heb wel eens de indruk dat het bedrijfsleven dat te weinig ziet. Hoe dat komt, zeg het maar. Of we profileren ons te weinig, of het bedrijfsleven vindt dat het wel goed gaat zo. Het bedrijfsleven weet dat we bepaalde dingen regelen dus dat laten ze dan maar zo. Het komt wel goed. Urk Maritime is een mooi voorbeeld hoe het ook in andere sectoren zou moeten. Neem de bouw. Het is jammer dat het gaat zoals het gaat. Als BKU hebben we afgelopen jaren diverse pogingen gedaan om met leden vanuit de aannemerij in het bestuur daar wat vaart in te krijgen, maar het lukte niet.
Nu met Hein Coenen hebben we iemand die er net wat meer buiten staat en door onafhankelijkheid misschien net even wat meer kan doen. Hij ziet het niet als een verplicht nummer en wil er wat van maken. Als je dat uitstraalt, dan krijg de rest ook mee. Dat gebeurde ook met Urk Maritime, omdat er een kopgroep was die wel het belang er van inzagen. Die trekken samen op. Je moet niet beginnen te roepen als je in de problemen zit, dat je dan de BKU nodig hebt. Je moet vooraf met elkaar een plan maken voor de toekomst. Daar valt absoluut wat te winnen. De BKU wil die verbinding graag maken. We moeten er meer van doordrongen zijn dat we elkaar voor de toekomst nodig hebben, dus laten we dan ook die weg nu inslaan.”
Waar ben je trots op?
“Zoals net al gezegd, dat we een veel betere verstandhouding met de gemeente hebben. Neem nou zoiets als onze nieuwjaarstoespraken, die zijn een stuk opbouwender geworden. En een ander punt waar ik wel trots op ben is het opstarten van de Startersbattle. We hebben dat de afgelopen jaren van de grond getrokken om de startende ondernemer meer een podium te geven binnen de BKU. En je ziet dat die ondernemers na een jaar gratis lidmaatschap ook lid blijven. De BKU kan daar nog meer in doen, dus het is ook heel mooi dat daaruit nu JOU BKU, Jong Ondernemen Urk. Het voorziet in een behoefte. Ik weet zeker dat dit een succes gaat worden.”
Zie je nog verbeterpunten?
“Het kan altijd beter. Ondernemend Urk moet nog veel meer de verbinding met elkaar zoeken. Samen optrekken rondom gezamenlijke doelstellingen om verder te komen. Daarvoor moet je met elkaar in gesprek gaan en blijven. Niet over elkaar praten, maar met elkaar. Niet alleen iets constateren en klagen, maar actie ondernemen. Dat is een verantwoordelijkheid van zowel gemeente als BKU. Als je elkaar als volwaardige gesprekspartners ziet dan krijg je ook meer voor elkaar. Ik merk dat dit in het museum en met SUP ook werkt. Dat is heel plezierig. Daar kan de BKU nog meer uit halen.”
Hou je tijd over straks?
“Ik ben niet helemaal weg bij de BKU, want ik ben natuurlijk nog steeds lid en ik blijf betrokken bij JOU BKU en ik zit nog in de jury van Ondernemer van het Jaar. Of er tijd overblijft? Ik ben nog voorzitter van Urk Promotie. Ik zit in de Adviesraad Sociaal Domein. Mentor catechisatie van de kerk. Lid van de orgelcommissie. Leercoach Nederlandse Basketball Bond. Trainer-coach, opleider en vertrouwenspersoon. En 24 uur manager van het museum. Hoezo tijd over! Rustig aan doen is niet de aard van het beestje, maar het wordt wel tijd dat ik samen met Jannie de fietsendrager die we vorig jaar hebben gekocht eens wat meer gaan gebruiken.”